De laatste tijd bereiken de fractie van de Utrechtse VVD meerdere gevallen van incidenten op Utrechtse scholen voor basis- en voortgezet onderwijs. Een deel van deze incidenten is eerder al via de media naar buiten gekomen. Ook in artikelen in het NRC Handelsblad en het AD van eind februari spreken scholen in andere grote steden hun zorgen uit over de toenemende mate van onveiligheid. Het gaat dan om incidenten met vuurwerk, wapens, maar ook agressie naar leerkrachten en tussen ouders en/of leerlingen onderling.
De Utrechtse VVD maakt zich zorgen over deze trend en deze incidenten en heeft hierover de volgende vragen:
- Herkent het college de trend dat scholen steeds vaker met ernstige veiligheidsincidenten te maken krijgen? Zo nee, waarom niet?
- Hoeveel veiligheidsincidenten waren er de afgelopen drie jaar op en rond scholen voor basis- en voortgezet onderwijs in onze gemeente? Om hoeveel meldingen gaat het en in hoeveel gevallen is er ook daadwerkelijk aangifte gedaan?
- Kan het college het aantal meldingen en aangiftes uitsplitsen naar aard, oorzaak en opvolging van de melding/aangiftes? Zo nee waarom niet?
School moet een plek zijn waar leerlingen, ouders en leerkrachten zich veilig voelen. Incidenten vergroten het gevoel van onveiligheid en het niet correct opvolgen van incidenten brengt het risico met zich mee dat dit het gevoel van onveiligheid en rechtvaardigheid alleen maar verder aantast.
- Hoe gaan Utrechtse scholen om met veiligheidsincidenten? Zijn er protocollen en/of afspraken en wie ziet erop toe dat deze worden nagekomen en nageleefd? Hoe past het concept ‘Vreedzame School’ hierin?
- Zijn er afspraken over het doen van aangifte door de school bij vermeende incidenten? Zo nee, waarom niet?
- Is het college het met ons eens dat er bij geweldsincident, drugs- of wapenbezit altijd aangifte wordt gedaan? Zo nee, waarom niet?
- In welke gevallen worden de buurtteams of jeugdzorg ingeschakeld? Welke afspraken zijn hierover gemaakt en worden die volgens het college ook voldoende nageleefd?
Bij incidenten op school is een bijkomend probleem dat daders en slachtoffers elkaar na een incident nog steeds tegen zullen komen.
- In hoeverre wordt er bij incidenten rekening gehouden met dit gegeven?
- Deelt het college het uitgangspunt dat bij een ernstig incident de dader wordt verwijderd enniet het slachtoffer? Zo nee, waarom niet?
- Welke waarborgen zijn er dat daders en slachtoffers na een incident niet ongewenst metelkaar worden geconfronteerd?
- Mocht verwijdering aan de orde zijn, welk rol speelt de gemeente bij het zorgen dat leerlingenin elk geval zo snel mogelijk op een andere school terecht kunnen?
De VVD is van mening dat de gemeente een bijzondere rol heeft om de veiligheid op en rond scholen te bevorderen en scholen daarbij zoveel mogelijk te steunen en ondersteunen?
- Welke rol ziet het college voor zichzelf als het gaat om het voorkomen van incidenten en het bevorderen van de veiligheid op en rond school?
- Is het college van mening dat de bestaande afspraken met de scholen(koepels) voldoen? Zo ja, waaruit blijkt dat? Zo nee, is het college bereid dit onderwerp opnieuw op de agenda te plaatsen van het bestuurlijk overleg met de stichtingen?
Klik hier voor de reactie van het Utrechtse college van burgemeester en wethouders.